28 februari 2016

Kijken met nieuwe ogen

Overweging op de 3e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Exodus 3,1-8a.13-15; Lucas 13,1-9

Als je iemand al langere tijd kent, dan weet je ongeveer hoe hij of zij zal reageren in bepaalde situaties. Maar het kan gebeuren, dat die goede bekende op zeker moment een totaal onverwachte reactie geeft. Bijvoorbeeld als hij, die gewoonlijk erg rustig en bedachtzaam spreekt, zich oprecht boos maakt over iets dat hem onrechtvaardig toeschijnt. Dan denk je: zo heb ik je nog niet leren kennen. En je gaat hem zien met andere, met nieuwe ogen.

Zien met nieuwe ogen, dat is wat er gebeurt in het verhaal uit het evangelie. Er komen mensen naar Jezus toe omdat ze hem een wijs oordeel toedichten. Ze leggen hem een situatie voor, die zij tenhemelschreiend vinden. Pilatus had Galileeërs laten doden tijdens het offer. Galilea was de streek van de meeste verzetsstrijders. Waarschijnlijk hebben een paar politieke heethoofden opstootjes uitgelokt bij het slachten van de paaslammeren. Er waren tijdens het paasfeest veel pelgrims in Jeruzalem. Pilatus wilde geen enkel risico lopen. De Romeinse soldaten hebben ingegrepen en de vrijheidsstrijders omgebracht.

20 februari 2016

Voor-leven en verder-leven

Beschouwing in de Veertigdagentijd

We zijn – in deze periode van voorbereiding op het Paasfeest – bezig om ons te bezinnen op de meer essentiële zaken in het leven. Onze aandacht wordt nadrukkelijker naar binnen gericht: hoe verhoud ik mij tot de mensen om mij heen? Ben ik bezig met wat ertoe doet in het leven? Kan ik een zekere stilte in acht nemen om alert te zijn op signalen van wat God van mij verwacht?

Onderscheiden

Deze gerichtheid naar binnen is nodig om te leren onderscheiden tussen goed en beter, of zelfs tussen beter en best. Maar dit naar binnen kijken moet uiteindelijk resulteren in de manier waarop we ons opstellen in de wereld waarin wij leven. Het gaat om de manier waarop wij willen bijdragen aan een wereld, aan een manier van samenleven, die erop gericht is dat mensen tot hun recht komen, dat God tot zijn recht komt. Door de ander/Ander tot zijn recht te laten komen, komen ook wijzelf tot ons recht.

14 februari 2016

Bekoring of bekering

Overweging op de 1e zondag van de Veertigdagentijd (jaar C)

Lezingen: Deuteronomium 26,4-10; Lucas 4,1-13

De statistieken van het KNMI laten zien, dat de afgelopen drie maanden de  temperatuur behoorlijk hoger lag dan het langjarige gemiddelde. De rekening voor gas en licht zal misschien lager uitvallen dan vorig jaar. Of dit alles iets te maken heeft met de veranderingen van het klimaat, kan ik niet beoordelen. Maar alles bij elkaar genomen hoeven we ons geen zorgen te maken over onze inkomsten en onze directe toekomst. Heel anders ligt dat voor de bewoners van het het district Teso in het noordoosten van Oeganda. Daar hebben de klimaatveranderingen wel degelijk invloed op de inkomsten van de boerenbevolking. In deze Veertigdagentijd willen we ons afvragen wat wij kunnen betekenen voor de mensen in Oeganda. Want onze hulp aan de mensen in Oeganda betekent, dat we ons inzetten voor het behoud van de Gods schepping.

En: onze bijdrage aan de Vastenactie is niet alleen een kwestie van ons inzetten voor anderen. Het gaat ook om wat het voor onszelf betekent. Hebben we zelf belang bij de ondersteuning van de mensen in Oeganda? Niet eens zozeer in materiële zin, maar meer in spirituele zin. Want de Vastenactie is een concrete mogelijkheid om onszelf voor te bereiden op het feest van Pasen.

07 februari 2016

Winst en verlies

Filmrecensie van The Visitor (2007)
Regie: Thomas McCarthy

Hij is geen onaardige kerel. Nogal op zichzelf. Heeft duidelijk het contact verloren met zijn eigen gevoel. Je ziet dat hij niet echt leeft. En je vraagt je al snel af wat er nodig is, zodat deze man weer tot leven kan komen?

Plichtmatig

Als professor in de economie aan de universiteit van Connecticut leidt Walter Vale (Richard Jenkins) een teruggetrokken bestaan. Hij is al een hele tijd weduwnaar, heeft een zoon die woont in Londen, maar er is geen contact. Hij geeft op de ingeroosterde tijd plichtmatig zijn colleges, schrijft net zo plichtmatig aan zijn vierde boek, en gaat met tegenzin, maar toch weer plichtmatig naar een congres in New York ter vervanging van zijn collega die met vervroegd zwangerschapsverlof is. Even plichtmatig maar zonder enige bevlogenheid volgt hij pianolessen bij alweer zijn vierde privélerares, wellicht om de gedachtenis aan zijn vrouw, die een geïnspireerde pianiste was, levend te houden.

In New York gaat hij voor de duur van het congres naar zijn appartement, dat hij al vele jaren niet gebruikt heeft. Daar treft hij tot zijn verbazing een Senegalese vrouw (Zainab) en haar Syrische vriend (Tarek) aan, die beide illegaal in Amerika verblijven. Ze wisten niet dat het appartement van Walter was, maar vertrekken meteen met hun spullen. Dan bedenkt hij zich en haalt Zainab en Tarek terug naar zijn flat.